Het verhaal over Maria en Marta staat niet op zichzelf. Het begint al eerder, als een man met grote kennis van de joodse heilige boeken, Jezus wil uittesten en hem de vraag stelt, hoe je deel krijgt aan het eeuwige leven. Jezus antwoordt niet zelf, maar vraagt de man wat hij zelf zou antwoorden. Daar antwoordt de man op met de woorden ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.’ 

En dat is volgens Jezus het juiste antwoord. Doe dat dan zegt hij. En wat volgt is dan een uitleg hoe je dat doet. Het begint met het verhaal over een Samaritaan die een joodse reiziger verzorgt die in elkaar is geschopt en gewond langs de weg ligt. Laat zien, dat je dat grote gebod serieus neemt, lijkt Jezus te zeggen. Niet eerst kijken wie daar ligt, of die wel tot de juiste bevolkingsgroep hoort, of je met die persoon wel kunt omgaan, maar zien: daar ligt een medemens in nood en die heeft mij nodig. Het bijzondere is dat Jezus de Samaritaan als naaste noemt. Je helpt niet een naaste, maar je wordt naaste als je een medemens wordt. Misschien hebben wij een ander nodig om zelf naaste te worden?

Hierna volgt het verhaal over Maria en Marta. Hier wordt het God liefhebben uitgelegd. En er wordt gezegd: dat heb je nodig, zelfs het meest van alles. God liefhebben betekent luisteren naar wat Hij zegt. Dat lijkt heel makkelijk, gewoon aan zijn voeten zitten, bereid zijn te horen en te leren. Hoe doe je dat? Misschien gewoon doen, net als dat je een ander helpt. Gewoon doen. En dan zien wat er gebeurt. Hoe God zich laat horen.

God liefhebben met je hele zijn en je naaste als jezelf. Dat wordt uitgelegd met een verhaal over mannen, ‘een schriftgeleerde’, ‘een man’, ‘een Samaritaan’. Zij worden alleen maar in het algemeen benoemd, krijgen geen naam. Dat is ook niet belangrijk, het gaat om gewoon doen.

Dan wordt het persoonlijker, want dan gaat het over vrouwen, wel met naam genoemd, eerst Marta, dan Maria. Hier wordt de mens als persoon aangesproken. En misschien laat ik me nu wat meeslepen: in het stuk met al die mannen wordt Jezus met zijn naam aangesproken, Jezus als de mens tussen de mensen. In het verhaal van Maria en Marta wordt zijn naam niet genoemd, maar wordt hij steeds Heer genoemd. Degene die blijvend mensen aanspreekt?

11 november 2024